Datum uitspraak:4-4-2013
Datum publicatie:5-4-2013
Instantie:Commissie van Beroep
Relevante artikelen:10.1, 57, 58 Reglement
Samenvatting:Samenvatting K13.001
De klacht van Novartis is gericht tegen de Zorginkoopspecificaties van Achmea en/of haar zorgverzekeraars. Novartis stelt zich op het standpunt dat Achmea en/of haar zorgverzekeraars middels voornoemde Zorginkoopspecificaties in strijd handelt/handelen met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame, in het bijzonder de artikelen 4.2, artikelen 18, 19, 20, 21 en 22.

Achmea stelt zich op het standpunt dat de Codecommissie onbevoegd is de door Novartis ingediende klacht in behandeling te nemen.

De Codecommissie overweegt als volgt.

Ingevolge artikel 10.1 van het Reglement heeft de Codecommissie tot taak kennis te nemen van en een oordeel uit te spreken over klachten die bij haar zijn ingediend met betrekking tot enigerlei handelen of nalaten in strijd met het bepaalde in de Gedragscode door vergunninghouders of hun artsenbezoekers of vertegenwoordigers respectievelijk beroepsbeoefenaren. Tussen partijen staat onweersproken vast dat Achmea geen vergunninghouder, artsenbezoeker of vertegenwoordiger dan wel een beroepsbeoefenaar in de zin van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame is. Voorts staat vast dat Achmea expliciet heeft gesteld dat zij niet vrijwillig in de onderhavige zaak verschijnt. Achmea is bovendien geen lid van een van de bij de CGR aangesloten brancheorganisaties. Achmea heeft zich dus ook niet via lidmaatschap van een van die organisaties geconformeerd aan de rechtsmacht van de Codecommissie in zaken als de onderhavige.

De Codecommissie komt tot het oordeel dat zij niet bevoegd is kennis te nemen van de klacht van Novartis.