Datum uitspraak:18-4-2013
Datum publicatie:8-7-2013
Instantie:Codecommissie
Onderwerp:Eisen aan reclame|Vergelijkende reclame
Relevante artikelen:5, 5.3 Gedragscode (5.2.2, 5.2.1.3) 13.2, 33 Reglement
Samenvatting:SAMENVATTING K13.002

De klacht van Pharmacosmos en Cablon (hierna: Pharmacosmos) is gericht tegen uitingen van Vifor voor haar geneesmiddel Ferinject. Pharmacosmos stelt zich op het standpunt dat de uitingen in strijd zijn met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Pharmacosmos is van mening dat Ferinject als dé superieure behandeling voor ijzergebrek wordt voorgesteld door het accent op het woord “hét” in de claim “Ferinject®, hét I.V. ijzer voor de behandeling van ijzergebrek en anemie”. Er is hierdoor volgens Pharmacosmos sprake van vergelijkende reclame en van een superioriteitsclaim, die op geen enkele wijze (voldoende) worden onderbouwd. Pharmacosmos stelt voorts dat de claim“Als enige I.V. ijzer niet gecontraïndiceerd in het 1e trimester van de zwangerschap*” door het gebruik van het woord “enige” eveneens vergelijkend is en bovendien niet aansluit bij de SmPC van Ferinject.

De Codecommissie stelt vast dat Vifor niet ter zitting is verschenen en geen verweer heeft gevoerd. Bij gebreke van enig verweer van de zijde van Vifor is de Codecommissie van oordeel dat Pharmacosmos voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de gewraakte claims in strijd zijn met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame, zodat de klacht van Pharmacosmos gegrond is. De Codecommissie stelt vervolgens vast dat Vifor geen lid is van een bij de CGR aangesloten organisatie en zich niet vrijwillig aan de beslissingsbevoegdheid van de Codecommissie heeft geconformeerd. Derhalve beperkt de Codecommissie zich tot een aantal aanbevelingen aan Vifor.

--


Samenvatting K13.002 Verzet

Vifor heeft verzet aangetekend tegen de beslissing van de Codecommissie van 25 april 2013. Primair stelt Vifor dat de Codecommissie niet bevoegd is om tot een inhoudelijke beslissing te komen, omdat een wettelijke of contractuele grondslag daarvoor ontbreekt. Op grond van artikel 10.1 Reglement heeft de Codecommissie tot taak kennis te nemen van en een oordeel uit te spreken over klachten die bij haar zijn ingediend met betrekking tot enigerlei handelen of nalaten in strijd met het bepaalde in de Gedragscode Geneesmiddelenreclame door vergunninghouders of hun artsenbezoekers of vertegenwoordigers, respectievelijk beroepsbeoefenaren. Onweersproken staat vast dat Vifor vergunninghouder is als bedoeld in artikel 10.1 Reglement. Waar de klacht van Pharmacosmos inhield dat door Vifor in strijd met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame werd gehandeld, was er voldoende grondslag om de klacht in behandeling te nemen. Vifor heeft voorts een beroep gedaan op het legaliteitsbeginsel. In dit kader heeft Vifor aangevoerd dat de Codecommissie hoogstens zou mogen beslissen in zaken die zich hebben voorgedaan vanaf de datum van de wijziging van het Reglement. Ook in deze kan de Codecommissie niet met Vifor mee gaan. De wijziging van het Reglement heeft geen enkele betekenis voor de vraag of in strijd met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame is gehandeld. Vifor heeft tot slot primair aangevoerd dat sprake is van een schijn van vooringenomenheid. Indien Vifor meent dat de leden van de Codecommissie die aan de beoordeling van de onderhavige klacht deelnemen, niet onbevooroordeeld zijn, had Vifor een verzoek kunnen doen om die leden te wraken. Een dergelijk verzoek is door Vifor niet gedaan. De Codecommissie komt tot de conclusie dat de primaire stellingen van Vifor niet kunnen worden aanvaard.

Ten aanzien van de klacht van Pharmacosmos heeft de Codecommissie geoordeeld dat de claim “Ferinject, hét I.V. ijzer voor de behandeling van ijzergebrek en anemie” waarbij de nadruk wordt gelegd op het woord “hét”, de suggestie wekt dat Ferinject dé behandeling is voor ijzergebrek en daarmee superieur is ten opzichte van andere behandelingen met andere concurrerende geneesmiddelen. Deze claim wordt niet door wetenschappelijk onderbouwd, zodat niet is voldaan aan het gestelde in artikel 5.3 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Bovendien is de Codecommissie van oordeel dat sprake is van vergelijkende reclame, die niet nader is onderbouwd, zodat ook niet is voldaan aan het gestelde in artikel 5.8 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame.
Ten aanzien van de claims “Uitgebreide ervaring”, “Meer dan 40 wetenschappelijke publicaties”, “Geregistreerd in 29 Europese landen”, “Meer dan 750.000 patiëntjaren”, “Vifor Pharma Library: kenniscentrum ijzergebrek en ijzergebreksanemie”, “gunstige veiligheid-effectiviteit ratio”, “vrij van dextraan of dextraanderivaten”, en “geen testdosis nodig” is de Codecommissie eveneens van oordeel dat deze claims niet worden onderbouwd, zodat sprake is van strijd met het gestelde in artikel 5.3 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame.

Ten aanzien van de claim “Als enige I.V. ijzer niet gecontraïndiceerd in het 1e trimester van de zwangerschap*” is de Codecommissie van oordeel dat deze claim onjuist is en daarmee in strijd is met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Deze claim is bovendien misleidend, omdat bij de gemiddeld oplettende beroepsbeoefenaar ten onrechte de suggestie gewekt kan worden dat behandeling met Ferinject tijdens het eerste trimester van de zwangerschap veilig is.

De Codecommissie verklaart het verzet van Vifor ongegrond en bevestigt de beslissing van 25 april 2013.