Alleen financiële relaties met het kennelijke doel het voorschrijven, ter hand stellen of gebruik van een geneesmiddel te bevorderen (hierna: “verkoopbevorderend doel”), vallen onder de definitie gunstbetoon. Farmaceutische bedrijven gaan ook relaties aan die buiten het begrip gunstbetoon vallen. Artikel 6.1.2 voorziet erin houvast te bieden om vast te stellen wanneer sprake is van een verkoopbevorderend doel. De factoren komen voort uit de Beleidsregels gunstbetoon Geneesmiddelenwet 2018 en de adviesoordelen van de Codecommissie (zie onder meer adviesnummers A12.021 en A12.034), waarbij gunstbetoon wordt gezien als een bijzondere vorm van reclame. De elementen: hoedanigheid begunstigde (geadresseerde), doel (inhoud) en omvang (context) van de begunstiging die een rol spelen om reclame te onderscheiden van informatie (artikel 5.1.3), spelen ook hier een rol. Ter toelichting het volgende.
 
Hoedanigheid begunstigde
Of in het kader van een financiële relatie sprake is van een kennelijk verkoopbevorderend doel, hangt in grote mate af van de hoedanigheid van de begunstigde. Met een zorgprofessional zal meer inhoudelijk over de geneesmiddelentherapie kunnen worden samengewerkt dan met een (ervaringsdeskundige) patiënt, zonder dat sprake is van een verkoopbevorderend doel is van belang vast te stellen in hoeverre de begunstigde betrokken is bij of invloed heeft op het voorschrijven, ter hand stellen of gebruik van een geneesmiddel  Indien de begunstigde geen betrokkenheid heeft bij of invloed heeft op het voorschrijven, ter hand stellen of gebruik van geneesmiddelen, kan worden aangenomen dat het kennelijk verkoopbevorderend doel ontbreekt en valt de financiële relatie zonder meer buiten de werkingssfeer van de Gedragscode (art. 1.2). Indien de begunstigde deze mogelijkheid tot beïnvloeding wel heeft, dient te worden gewaakt voor een evenwichtige en compleet mogelijke informatie-uitwisseling over geneesmiddelentherapie. Zie ter illustratie adviesoordeel A14.039, waarbij ten aanzien van het aanbieden van een training voor verpleegkundigen een verkoopbevorderend karakter werd aangenomen, waardoor het aanbieden van iedere op geld waardeerbare dienst (in de vorm van gastvrijheid of de training zelf) werd gekwalificeerd als gunstbetoon.

Doel
Of binnen een financiële relatie sprake is van een kennelijk verkoopbevorderend doel zal met name worden bepaald door de inhoud en soort (tegen)prestatie. Vergelijk met sponsoring van projecten overeenkomstig paragraaf 6.5, die op basis van de doelstelling over het algemeen buiten het begrip gunstbetoon zal vallen. Een dienstverleningsovereenkomst die ziet op de kennisuitwisseling tussen een farmaceutisch bedrijf en een zorgprofessional zal in beginsel geen verkoopbevorderend doel hebben, mits wordt gewaakt voor een evenwichtige informatie-uitwisseling over geneesmiddelentherapie (overeenkomstig paragraaf 5.8, meer specifiek artikel 5.8.10). Kennisuitwisseling kan ook plaatsvinden met de niet-beroepsbeoefenaar in de rol van consultant (individueel, in een adviesraad of als spreker) of als deelnemer aan een wetenschappelijk congres in de zin van artikel 6.4.5. Bestaat de tegenprestatie van de zorgprofessional uit het aansporen tot het gebruik van bepaalde geneesmiddelen, dan heeft de relatie een verkoopbevorderend motief dat op grond van de Gedragscode en Geneesmiddelenwet is verboden.

Omvang
Indien de (op geld waardeerbare) vergoeding voor een tegenprestatie of van onkosten meer bedraagt dan hetgeen als redelijk wordt verondersteld, kan een verkoopbevorderend motief worden aangenomen. Staat tegenover de vergoeding een tegenprestatie, dan is een redelijke vergoeding, bestaande uit een marktconform honorarium en een gangbare onkostenvergoeding voor daadwerkelijk gemaakte reis- en verblijfkosten, toegestaan. De redelijkheid het honorarium wordt bepaald op basis van de tarieven die voor de betrokken zorgprofessional gangbaar zijn.