Op grond van de EFPIA Code of Practice on relationships between the pharmaceutical industry and patient organisations zijn regels toegevoegd in geval de vergunninghouder bij zijn ondersteuning een tegenprestatie vraagt van de patiëntenorganisatie. Daarbij moet worden gedacht aan deelname in een adviesraad, optreden als spreker of andere vormen van consultancy. Dergelijke dienstverleningsovereenkomsten zijn toegestaan, mits deze schriftelijk worden overeengekomen (art. 6.5.2 onderdeel d en art. 6.6.3) en de dienstverlening voorziet in de gerechtvaardigde behoefte van de vergunninghouder, passend binnen de doelstelling om de zorg aan patiënten of de medische wetenschap te bevorderen.

Patiëntenfederatie Nederland heeft een Leidraad voor interactie patiëntenorganisaties met farmaceutische bedrijven opgesteld waarin de verschillende rollen voor patiënten staan beschreven:
  • een patiëntenorganisatie kan samenwerking met bedrijven tot stand brengen en afspraken maken over transparantie en continuïteit;
  • patiëntenvertegenwoordigers zitten namens patiëntenorganisaties aan tafel;
  • ervaringsdeskundigen (mensen die zelf de aandoening hebben) kunnen vanuit hun eigen situatie aangeven waar ze behoefte aan hebben en wat zij belangrijk vinden voor hun kwaliteit van zorg en leven.
De regels inzake dienstverlening van art. 6.6.4 hebben betrekking op patiëntenorganisaties en diens vertegenwoordigers met relevante ervaring en kennis (bijvoorbeeld door deelname aan EUPATI en EURORDIS Summerschool). Als maximum uurtarief kan voor deze patiëntvertegenwoordigers (ook wel “patient advocates” genoemd) worden uitgegaan van het tarief van de categorie “overig” zoals vastgesteld op grond van art. 6.3.3. Het is nadrukkelijk een maximum uurtarief, zodat partijen op basis van gevraagde deskundigheid en ervaring zelf tot een eerlijke beloning kunnen komen.
Voor de ervaringsdeskundigen geldt geen honorarium of uurtarief. Voor deelname van deze personen aan bijeenkomsten kan een onkostenvergoeding worden betaald. In eerdere adviesoordelen van de Codecommissie is een totale vergoeding van € 75 in de specifieke context aanvaardbaar geacht (zie adviesoordelen A17.004 en A18.032).